Mixers
Het mengpaneel is het "hart" van een DJ installatie. Hier komen alle signalen samen. Als het mengpaneel er mee ophoudt, wordt het erg stil. Bezuinig dus nooit op de kwaliteit van een mengpaneel en let (naar onze mening) meer op betrouwbaarheid dan hoe het ding er uitziet!
Als eerste even een belangrijke stelregel: Rood = (W)Rong, oftewel: stuur de mixer NIET in het rode gebied; dit zal de geluidskwaliteit namelijk NIET ten goede komen.
Op een DJ mixer (mengpaneel) vinden we diverse knoppen (afhankelijk van uitvoering) die we stuk voor stuk even met je door zullen nemen:
- Ingangskeuzeschakelaar: Met deze schakelaar kan het soort ingang gekozen worden. Meestal zie je er de aanduidingen "Mic, Line en/of Phono" staan. De mic aanduiding is duidelijk; deze wordt gebruikt als er microfoons op aangesloten worden. De Line ingang wordt gekozen als er signalen zoals een cassettedeck, MD-speler, Sampler of CD-speler op aangesloten worden. Als er gebruik wordt gemaakt van draaitafels, wordt de Phono stand gekozen. Deze stand is qua gevoeligheid ongeveer gelijk aan de microfoon stand; alleen wordt er ook een extra speciaal filter ingeschakeld; het RIAA filter. Dit filter zorgt ervoor dat alle tonen op correcte sterkte worden weergegeven.
- Ingangsregelaar: Deze bevindt zich vaak helemaal aan de bovenkant van een kanaal. Deze regelaar wordt gebruikt om de ingang zodanig af te stellen dat het signaal niet te zacht (slecht voor de signaal/ruis verhouding) maar ook niet te hard (dit vervormt het signaal) binnenkomt. Op veel mixers is de hoogte af te lezen door de VU meters (meestal led balkjes in de nieuwere mixers) het ingangsniveau weer te laten geven. Zet de (eventueel aanwezige) toonregeling in de middenstand en regel de ingangsregelaar zodanig af dat de meters pieken op 0dB (staat meestal wel aangegeven naast de VU meter).
- EQ of filtering: Voor serieus beatmixing (in Nederland noemen we dat gewoon mixen) is een toonregeling per kanaal zeer handig en bijna noodzakelijk. De meeste DJ mixers bieden een 3-voudige EQ per kanaal, een regelaar voor de bass (lage tonen), een regelaar voor het midden (stemmen en instrumenten) en een regelaar voor het hoog (bekkens e.d.). Deze EQ wordt op microfoons gebruikt om de verstaanbaarheid zo goed mogelijk te maken. De DJ gebruikt deze EQ ook om de muziek te accentueren en/of te verzwakken. Zo is het bijvoorbeeld handig om tijdens de beatmix-overgang de Bass van het nieuwe liedje te dempen (bass "dicht") en dan tijdens de overgang in de muziek te draaien. Dit voorkomt het "bass phasing" effect waarbij de bassen van de verschillende liedjes elkaar gaan tegenwerken. De beste suggestie om de EQ op een mixer te testen is: Speel er eens mee. Houdt er wel rekening mee dat het ver opendraaien van een regelaar (vooral bass en hoog) gevaarlijk voor de geluidsinstallatie kan zijn. Dempen is goed (en kan geen kwaad), benadrukken mag alleen met mate. Blijf ALTIJD luisteren naar wat je doet (en houdt de meters in de gaten).
- Balance, balans of panning: Hiermee kunnen niveauverschillen tussen links en rechts gecorrigeerd worden. Bij PA mixers wordt deze regelaar gebruikt om het betreffende kanaal een plaatsje in het stereo "plaatje" te geven. Voor DJ's wordt deze regelaar gebruikt om ervoor te zorgen dat het geluid even hard uit beide (of meerdere) luidsprekers komt. Ook kan de balans regelaar soms gebruikt worden om een leuk effect te creëren (doe dit echter niet te vaak).
- PFL: Veel mixers hebben per kanaal een PFL schakelaar. PFL staat voor "Pre Fade Listening". Dit betekent zoveel als "Luisteren Voor de Fader". Je kunt dus luisteren naar het kanaal zonder dat de fader van het kanaal openstaat. Dit wordt gebruikt om van te voren een liedje "scherp" te zetten maar ook om tijdens het mixen het nieuwe liedje synchroon te brengen aan het reeds spelende liedje. Op sommige mixers wordt deze schakelaar ook wel een "cue" genoemd omdat je deze optie gebruikt om een liedje te "cue-en". Helaas is dit wat verwarrend omdat cue ook staat voor starten. Je zult dus in het boekje van je mixer moeten opzoeken of ze met CUE PFL bedoelen OF starten.
- FADER: Dit is de schuif waarmee je het niveau van de muziek PER KANAAL regelt. Een veel gemaakte fout is dat veel DJ's de ingangs-regelaar (zie eerder) te hard instellen en daardoor de fader maar een klein stukje opendoen. De correcte manier is om de gevoeligheid eerst in te stellen met de ingangs-regelaar en de kanaal-fader daarna te gebruiken om het signaal in te faden. Voor radio wordt de fader meestal tot 80% gebruikt (zie ook maar eens goed op de diverse mixers; daar staat vaak 0dB naast), voor mixen vinden veel DJ's het handiger om de totale fader te gebruiken (tot 100% of +6dB op de professionele mixers). Dit niveau-verschil moet dan weer gecorrigeerd worden door de ingangs-regelaar wat lager te zetten (op -6dB voor een Dateq) OF (minder goed maar we noemen het toch) door de master 6dB naar beneden te doen.
- Master Fader: Deze fader wordt gebruikt om het totale niveau aan te passen. Bij een goed afgestelde installatie (die op "vol vermogen" werkt) staat deze fader meestal op 0dB. Bij mix DJ's staat deze fader soms op -6dB (zie eerder) hoewel dit wel af te raden is. Je kunt de master fader gebruiken om het totale signaal tijdens het begin van de avond wat zachter te zetten; je kunt dan toch de kanaalfaders volledig gebruiken. Vergeet NIET om tijdens de avond de master fader gelijdelijk naar boven te schuiven en NIET de ingang-regelaars van de kanalen steeds hoger te draaien. Onthoudt: Rood=(W)Rong. Sommige mixers hebben een Master potmeter (rotary) in plaats van een fader. De werking is echter exact hetzelfde.
- Booth of monitor: Dit is een regelaar voor een tweede uitgang genaamd de "booth". Een booth staat voor de ruimte waarin de DJ zich bevindt. Op deze uitgang wordt meestal een of meer monitor luidspreker(s) aangesloten.
- Phones: Met deze regelaar regel je het volume van de koptelefoon. Pas overigens altijd op met koptelefoons. Voor je het weet beschadig je je gehoor. Hoe "cool" dat nu ook mag lijken, je krijgt je gehoor (als je het beschadigt) NOOIT meer terug.
Sommige mixers bieden nog enige extra schakelaars die naast de ingangs-schakelaar zitten; zoals een eventuele "Fantoom schakelaar" en een eventuele filter schakelaar. De Fantoom schakelaar wordt gebruikt als er microfoons op het mengpaneel aangesloten worden die een externe voeding nodig hebben. Deze voeding (48V) wordt dan door het mengpaneel geleverd. De meeste microfoons die geen Fantoom voeding nodig hebben kunnen toch straffeloos aangesloten worden als de fantoom voeding aanstaat; echter NIET ALLE. Lees dus even de handleiding van de betreffende microfoon door om zeker te zijn.
Ook zie je soms een filter-schakelaar naast de ingangs-keuze schakelaar zitten. Dit filter wordt gebruikt als de ingang op de "Mic" stand staat. Dit filter blokkeert dan de zeer lage frequenties (meestal onder de 100Hz) aangezien deze frequenties toch niet in de stem voorkomen (in de meeste stemmen tenminste). Vooral wanneer onervaren mensen de microfoon gebruiken kan dit filter uitkomst bieden; het verwijdert alle ploppen en rommelende geluiden (veroorzaakt door mensen die de microfoon proberen te wurgen).
Ook hebben sommige mixers "send" regelaars per kanaal. Deze worden gebruikt om randapparaten zoals samplers en galm apparaten aan te sturen. De sends kunnen "pre-fade" (voor de fader en dus onafhankelijk van de kanaalfader) zijn of "post-fade" (daarbij volgt het niveau van het signaal de stand van de fader). Zoals gezegd, deze signalen worden onder andere gebruikt om een galm apparaat aan te sturen. De uitgang van het galm apparaat moet natuurlijk weer op het mengpaneel aangesloten worden. Dit wordt dan OF aangesloten op een "return" ingang OF er wordt gewoon een kanaal voor gebruikt. Zorg er in het laatste geval wel voor dat het kanaal wat gebruikt wordt als return voor de galm NIET naar de galm gestuurd wordt; je hebt dan een "lus" gecreëerd. Je kunt dit voorkomen door de "send" van het betreffende kanaal dicht te draaien.
Diverse mixers hebben nog extra aansluitingen; deze vallen echter buiten het bestek van deze uitleg.